Summary - The EU Status of Forces Agreement: Continuity and Change in the Law of Visiting Forces.

The present paper provides a legal analysis of the EU Status of Forces Agreement of 2003 (EU SOFA) in the form of a commentary on its individual provisions. The EU SOFA was signed by the Representatives of the Governments of the Member States of the EU on 17 November 2003 in the margins of the General Affairs and External Relations Council meeting in Brussels. The purpose of the Agreement is to define the legal position of the military and civilian personnel, as well as the forces and headquarters, deployed by one Member State of the EU in the territory of another Member State in the context of the European Security and Defence Policy (ESDP).
While the EU SOFA is for the most part based on the relevant provisions of the NATO SOFA of 1951, it departs from the text of the NATO SOFA in several key respects. In particular, the drafters of the EU SOFA decided to address the legal position of the different categories of military and civilian personnel operating in the context of the ESDP within the framework of a single agreement, the EU SOFA, rather than follow the precedent set by NATO and define the status of different categories of personnel in separate legal instruments. Accordingly, the EU SOFA is divided into four parts. The first part contains those provisions which apply to all military and civilian personnel covered by the Agreement. The second part applies only to military and civilian personnel seconded by the Member States to the institutions of the EU, while the third part applies to headquarters and forces, as well as the military and civilian personnel working with them. The fourth part of the Agreement consists of the final provisions. Even though the division of the EU SOFA into these four parts constitutes an effective method, in principle, of accommodating the different rules and procedures applicable to different categories of personnel operating in the context of the ESDP, it leads to certain ambiguities in the text. Regrettably, the EU SOFA also fails to adequate distinguish between national contingents acting on behalf of their respective sending States on the one hand and military and civilian personnel acting in an international capacity on behalf of the EU on the other hand.
TDespite these and other shortcomings, the EU SOFA makes an important contribution to the development of the EU’s crisis management capabilities. By addressing some of the key legal and practical questions raised by the presence of military and civilian personnel belonging to the Member States of the EU abroad, the EU SOFA facilitates their transit and temporary deployment throughout the territory of the EU for the purposes of the ESDP. On a more general level, the EU SOFA also confirms the pre-eminent position of the NATO SOFA as a model for multilateral status of forces agreements governing the legal position of visiting forces deployed among politically equal partners.

Résumé - Accord de l’Union européenne sur le statut des forces: continuité et changement du droit des forces d’un Etat stationnées, en déploiement ou en transit sur le territoire d’un autre état.

Cet article fait l’analyse juridique de l’Accord de l’Union européenne sur le Statut des Forces de 2003 (SOFA UE) sous la forme d’un commentaire sur ses différentes dispositions. L’accord SOFA UE fut signé par les représentants des Gouvernements des Etats membres de l’UE le 17 novembre 2003, en marge de la réunion du Conseil de l’Union européenne des Affaires générales et des Relations externes qui s’est tenue à Bruxelles. Le but de l’Accord consiste à définir le statut juridique du personnel militaire et civil, des forces et quartiers généraux qui sont déployés par un Etat membre de l’UE sur le territoire d’un autre Etat membre dans le cadre de la Politique européenne de Sécurité et de Défense (PESD).
Bien que les dispositions de l’accord SOFA UE s’inspirent dans une très large mesure des dispositions applicables de l’accord SOFA OTAN de 1951, elles dérogent néanmoins à ces mêmes dispositions sous plusieurs rapportsclés. En effet, les auteurs du SOFA UE ont convenu d’aborder la question du statut juridique des différentes catégories de personnel militaire et civil opérant dans le contexte de la PESD, dans le cadre d’un seul accord à savoir le SOFA UE. Ils n’ont pas suivi la piste retenue par l’OTAN de définir le statut des différentes catégories de personnel dans le cadre d’instruments juridiques distincts. Le SOFA UE est par conséquent divisé en quatre parties. La première partie comprend les dispositions qui s’appliquent à l’ensemble du personnel civil et militaire visé par l’Accord. La deuxième partie vise uniquement les membres du personnel civil et militaire détachés par les Etats membres auprès des institutions de l’Union européenne. La troisième partie vise les quartiers généraux et les forces ainsi que les membres du personnel militaire et civil travaillant pour eux. La quatrième partie de l’Accord est relative aux dispositions finales. Bien que la division de l’accord SOFA UE en quatre parties distinctes constitue une méthode en principe efficace permettant de prendre en considération les différentes règles et procédures s’appliquant aux différentes catégories de personnel opérant dans le contexte de la PESD, cette approche crée néanmoins certaines ambiguïtés dans le texte. Malheureusement l’accord SOFA UE ne parvient pas non plus à faire la distinction entre les contingents nationaux agissant au nom de leurs Etats d’origine respectifs d’une part, et le personnel civil et militaire intervenant en tant qu’acteur international au nom de l’UE, d’autre part.
Malgré ces différentes lacunes, l’accord SOFA UE contribue dans une large mesure au développement des capacités de gestion de crise de l’UE. En abordant certaines des questions juridiques et pratiques fondamentales soulevées par la présence à l’étranger de personnel civil et militaire appartenant aux Etats membres de l’UE, l’accord SOFA UE facilite leur passage et leur déploiement temporaire dans tout le territoire de l’UE dans le cadre de la PESD. De manière plus générale, l’accord SOFA UE confirme également la position prééminente de l’accord SOFA OTAN ayant servi de modèle à l’élaboration d’accords multilatéraux sur le statut des forces régissant le statut juridique des forces armées des états membres qui sont déployées aux côtés de partenaires politiquement égaux sur le territoire d’un autre Etat membre.

Samenvatting - Het EU-akkoord betreffende de status van de strijdkrachten: continuïteit en verandering in het recht van bezoekende strijdkrachten.

Dit artikel maakt een juridische analyse van het EU-akkoord van 2003 betreffende de status van de strijdkrachten (EU SOFA) in de vorm van een commentaar op de afzonderlijke bepalingen. Het EU SOFA werd door de vertegenwoordigers van de Regeringen van de EU-lidstaten ondertekend op 17 november 2003 in de marge van een vergadering van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen in Brussel. Dit akkoord heeft tot doel de rechtspositie te bepalen van de militairen en leden van het burgerpersoneel evenals van de strijdkrachten en de hoofdkwartieren die door een EU-lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat ingezet worden in het kader van het Europese veiligheids- en defensiebeleid (EVDB).
Hoewel het EU SOFA grotendeels gebaseerd is op de relevante bepalingen van het NAVO SOFA van 1951, wijkt het toch op diverse essentiële punten van de tekst van het NAVO SOFA af. De opstellers van het EU SOFA hebben hoofdzakelijk beslist om de rechtspositie van de verschillende categorieën van militair en burgerpersoneel die in het kader van het EVDB ingezet worden, in één enkel akkoord, nl. het EU SOFA, te behandelen in plaats van het precedent van de NAVO te volgen en de status van de verschillende personeelscategorieën in aparte rechtsinstrumenten te bepalen. Het EU SOFA is dienovereenkomstig in vier delen ingedeeld. Het eerste deel bevat de bepalingen die van toepassing zijn op al de in het akkoord begrepen militairen en leden van het burgerpersoneel. Het tweede deel is slechts van toepassing op de militairen en de leden van het burgerpersoneel die door de lidstaten bij de EU-instellingen gedetacheerd zijn, terwijl het derde deel van toepassing is op de hoofdkwartieren en de strijdkrachten evenals op de daar werkzame militairen en leden van het burgerpersoneel. Het vierde deel van het akkoord bestaat uit de slotbepalingen. Hoewel de indeling van het EU SOFA in vier delen in principe een effectieve manier is om de verschillende regels en procedures die van toepassing zijn op de verschillende in het kader van het EVDB werkzame personeelscategorieën te ordenen, leidt dit toch tot bepaalde dubbelzinnigheden in de tekst. Helaas slaagt het EU SOFA er ook niet in om een goed onderscheid te maken tussen enerzijds nationale contingenten die voor hun respectieve zendstaten optreden en anderzijds militairen en leden van het burgerpersoneel die in internationaal verband voor de EU optreden.
Ondanks deze en andere tekortkomingen draagt het EU SOFA in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling van de crisisbeheersingscapaciteiten van de EU. Doordat sommige essentiële juridische en praktische kwesties die ontstaan door de aanwezigheid in het buitenland van militairen en leden van het burgerpersoneel die tot de EU-lidstaten behoren, in het EU SOFA aangepakt worden, wordt hun doorreis en tijdelijke inzet over heel het grondgebied van de EU in het kader van het EVDB eenvoudiger gemaakt. Meer in het algemeen bevestigt het EU SOFA ook de vooraanstaande positie van het NAVO SOFA als voorbeeld voor multilaterale akkoorden betreffende de status van de strijdkrachten die de rechtspositie regelen van bezoekende strijdkrachten die bij politiek gelijkwaardige partners ingezet worden.

Zusammenfassung - Das EU-Truppenstatut: Kontinuität und Wandel im Recht der Gaststreitkräfte.

In diesem Artikel wird eine juristische Analyse des EU-Truppenstatuts von 2003 (EU-SOFA) in Form eines Kommentars auf die einzelnen Bestimmungen gegeben. Das EU-SOFA wurde am 17. November 2003 am Rande einer Versammlung des Rates Allgemeine Angelegenheiten und Außenbeziehungen in Brüssel von den Vertretern der Regierungen der EUMitgliedstaaten unterzeichnet. Dieses Übereinkommen hat zum Zweck, die Rechtsstellung des Militär- und Zivilpersonals sowie der Streitkräfte und Hauptquartiere, die von einem EU-Mitgliedstaat auf dem Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaates im Rahmen der Europäischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik (ESVP) eingesetzt werden, zu bestimmen.
Obwohl das EU-SOFA größtenteils auf den relevanten Bestimmungen des NATO-SOFA von 1951 basiert ist, weicht es dennoch in verschiedenen wesentlichen Punkten vom Text des NATO-SOFA ab. Die Verfasser des EU-SOFA haben insbesondere entschieden, die Rechtsstellung der verschiedenen Kategorien des Militär- und Zivilpersonals, die im Rahmen der ESVP eingesetzt werden, in einem Übereinkommen, nämlich dem EU-SOFA, zu behandeln, statt dem Präzedenzfall der NATO zu folgen und die Rechtsstellung der verschiedenen Personalkategorien in einzelnen Rechtsinstrumenten zu bestimmen. Dementsprechend ist das EU-SOFA in vier Teilen aufgeteilt. Der erste Teil umfasst die Bestimmungen, die anwendbar sind auf alle Militärangehörigen und Mitglieder des Zivilpersonals, auf die sich das Übereinkommen bezieht. Der zweite Teil ist nur anwendbar auf das von den Mitgliedstaaten zu den Organen der Europäischen Union abgestellte beziehungsweise abgeordnete Militär- und Zivilpersonal, während der dritte Teil auf die Hauptquartiere und Truppen sowie auf das bei diesen Hauptquartieren und Truppen tätige Militär- und Zivilpersonal anwendbar ist. Der vierte Teil des Übereinkommens umfasst die Schlussbestimmungen. Obwohl die Aufgliederung des EU-SOFA in vier Teilen grundsätzlich eine zweckmäßige Weise ist zur Ordnung der unterschiedlichen Regeln und Verfahren, die auf die verschiedenen im Rahmen der ESVP tätigen Personalkategorien anwendbar sind, führt dies trotzdem zu bestimmten Doppeldeutigkeiten im Text. Leider gelingt es dem EU-SOFA auch nicht, einen klaren Unterschied zu machen zwischen nationalen Kontingenten, die für ihre jeweiligen Entsendestaaten auftreten, einerseits, und Militärund Zivilpersonal, das in einem internationalen Rahmen für die EU auftritt, andererseits.
Trotz dieser und anderer Mängel, trägt das EU-SOFA wesentlich zur Entwicklung der Krisenbewältigungsfähigkeiten der EU bei. Indem bestimmte wesentliche juristische und praktische Fragen, die sich durch die Anwesenheit im Ausland von zu den EU-Mitgliedstaaten gehörendem Militär- und Zivilpersonal erheben, im EU-SOFA angepackt werden, wird ihr Transit und zeitweiliger Einsatz im ganzen EU-Gebiet im Rahmen der ESVP vereinfacht. Mehr im Allgemeinen bestätigt das EU-SOFA auch die herausragende Stellung des NATO-SOFA als Beispiel für multilaterale Übereinkommen bezüglich des Truppenstatuts, die die Rechtsstellung der Gaststreitkräfte regeln, die mit politisch ebenbürtigen Partnern eingesetzt werden.

Riassunto - Lo Status of Forces Agreement dell’Unione europea: continuità e cambiamento nel diritto delle forze di stazionamento all’estero.

L’articolo analizza l’Accordo del 2003 dell’Unione Europea sullo status delle proprie Forze Armate (SOFA UE), provvedendo all’esame delle singole norme in esso contenute. Il SOFA UE fu firmato a Bruxelles dai rappresentanti dei Governi degli Stati membri dell’Unione il 17 novembre 2003, a margine della riunione del Consiglio Affari Generali e Relazioni Esterne. Lo scopo dell’Accordo consiste nel definire lo status giuridico del personale militare e civile delle Forze Armate di uno Stato membro dell’UE nel territorio di un altro, ovvero dei quartieri generali dell’Unione, nel quadro della Politica europea di sicurezza e difesa comune (PESD).
Benché le norme del SOFA UE si ispirino in grandissima parte alle disposizioni del SOFA NATO del 1951, esse, tuttavia, vi derogano sotto molteplici aspetti; taluni assai importanti. In primis, gli autori del SOFA UE hanno scelto di disciplinare lo status giuridico delle varie categorie di personale militare e civile, operante nel quadro della PESD, all’interno di un unico Accordo, piuttosto che utilizzare strumenti giuridici distinti, sulla falsariga di quanto fatto dalla NATO. A tal fine, il SOFA UE è stato suddiviso in quattro parti. Una prima parte comprende le disposizioni che si applicano all’insieme del personale civile e militare. La seconda parte riguarda soltanto il personale civile e militare distaccato dagli Stati membri presso le istituzioni dell’Unione europea. La terza concerne i quartieri generali e le Forze Armate, nonchè il personale militare e civile «che lavora con essi», mentre la quarta parte riporta alcune disposizioni finali. Benché, in via di principio, la suddivisione del SOFA UE in quattro parti distinte costituisca un metodo efficace per disciplinare in maniera organica un corpo normativo da applicarsi alle varie categorie di personale operante nel quadro della PESD, tale approccio genera tuttavia talune ambiguità. Purtroppo, ad esempio, il SOFA UE non distingue tra i contingenti che operano sotto Comando nazionale, da un lato, ed il personale civile e militare che agisce in nome e conto dell’UE, quale attore internazionale, dall’altro.
Ad ogni buon conto, nonostante tali lacune, il SOFA UE contribuisce in gran parte allo sviluppo delle capacità di gestione delle crisi dell’Unione. Difatti, affrontando talune problematiche giuridiche e pratiche fondamentali, poste dalla presenza all’estero di personale civile e militare degli Stati membri, il SOFA UE tende a facilitare il passaggio e lo stazionamento di detto personale in tutto il territorio dell’Unione. In linea più generale, il SOFA UE conferma l’importanza del SOFA NATO per l’elaborazione di altri accordi di specie, allorquando si sia in presenza di partners aventi politicamente lo stesso peso.

Resumen - Acuerdo de la Unión Europea relativo al estatuto de la Fuerzas: continuidad y cambio del derecho de las fuerzas visitantes.

El presente artículo ofrece un análisis jurídico del Acuerdo UE relativo al estatuto de las fuerzas de 2003 (EU-SOFA) bajo la forma de un comentario sobre sus diferentes disposiciones. El EU–SOFA fue firmado el 17 de noviembre de 2003 por los representantes de los Gobiernos de los Estados miembros de la UE reunidos en el Consejo de Asuntos Generales y Relaciones Exteriores en Bruselas. El acuerdo pretende definir la posición jurídica del personal militar y civil, de los cuarteles generales y de las fuerzas, desplegados por un Estado miembro de la UE en el territorio de otro Estado miembro en el marco de la Política Europea de Seguridad y Defensa. (PESD).
Si el EU-SOFA se basa en su mayor parte en las disposiciones significativas del NATO SOFA de 1951, sin embargo en algunos aspectos claves se aleja del texto del NATO SOFA. En efecto, los redactores del EU-SOFA prefirieren definir la posición jurídica de las diferentes categorías de personal militar o civil que actúan en el marco de la Política Europea de Seguridad y Defensa. (PESD) en un simple tratado, a saber el EU-SOFA. Rechazaron la opción retenida por la OTAN se definir el estatuto de las diferentes categorías de personal en varios instrumentos legales separados. Por lo tanto, el EU-SOFA está dividido en cuatro partes. La primera parte contiene las disposiciones comunes al conjunto del personal militar y civil cubierto por el Tratado. La segunda parte se aplica exclusivamente al personal militar o civil destacado en las instituciones de la UE por los Estados miembros, la tercera parte a los cuarteles generales y a las fuerzas, así como al personal militar y civil que trabaje en ellos. Por fin, la cuarta parte del Tratado contiene las cláusulas finales. Aunque la división del EU SOFA en cuatro partes constituye un método en principio efectivo para tomar en consideración las normas y los procedimientos aplicables a diferentes categorías de personal que operan en el contexto de la PESD, subsisten algunas ambigüedades en el texto. Desgraciadamente, el EU SOFA no logra diferenciar los contingentes nacionales que actúan por parte de sus Estados de origen respectivos, por un lado, del personal militar y civil que actúa en un contexto internacional por parte de la UE, del otro lado.
A pesar de estas lagunas, el EU-SOFA contribuye de manera importante al desarrollo de las capacidades de gestión de crisis de la Unión Europea. Tratando algunas cuestiones jurídicas y prácticas claves que se presentan a raíz de la presencia en territorio extranjero de personal militar o civil destacado por los Estados miembros de la UE, el EU-SOFA facilita su tránsito y su despliegue temporal en el territorio de la UE de conformidad a los objetivos de la PESD. Más generalmente, el EU SOFA confirma también la posición preeminente del NATO SOFA como modelo de acuerdo multilateral que rija el estatuto legal de las fuerzas visitantes desplegadas al lado de socios políticamente equitativos.